Suriname niet helemaal klaar voor offshore industrie

Uit de presentatie van de definitieve resultaten van de Industrial Baseline Study (IBS), uitgevoerd door de internationale consultant DAI Global Inc., is gebleken dat lokale ondernemingen en trainings- en opleidingsinstituten, niet helemaal klaar zijn voor de offshore industrie. De IBS werd uitgevoerd om vast te stellen in hoeverre het lokale bedrijfsleven in staat is om goederen en diensten te leveren voor de offshore olie-industrie en welke Surinaamse opleidings- en trainingsinstituten de benodigde scholing en vaardigheden kunnen leveren voor deze industrie.

Voor de uitvoering van de studie heeft Dorival Bettencourt, manager van de oil and gas portfolio bij DAI, in totaal 203 bedrijven geïnterviewd die verschillende goederen en diensten produceren die nodig zijn in de olie- en gasindustrie. De investeringen kunnen vanaf de exploratiefase tot de ontwikkeling en productie in de miljarden Amerikaanse dollars lopen. Het overgrote deel van de opdrachten gaat gewoonlijk naar gespecialiseerde internationale bedrijven. Toch zijn er genoeg kansen voor lokale bedrijven om mee te doen, als die zich nu beginnen voor te bereiden.

Een van de geconstateerde zwaktes van lokale ondernemingen is, dat veel van de inputs die nodig zijn voor de industrie, geïmporteerd worden uit het buitenland.

De combinatie van de grote afhankelijkheid van import en de logistieke vertragingen, kan het voor bedrijven moeilijk maken om als distributeur van bepaalde goederen aangemerkt te worden, omdat dat problematisch wordt voor de olie- en gasindustrie. Daarnaast moeten bedrijven veel meer gaan doen om te voldoen aan bepaalde veiligheidsstandaarden om aangetrokken te worden om binnen de sector te werken. Een uitdaging voor lokale ondernemingen is ook dat de olie-industrie nieuw is en dat bedrijven geen ervaring daarmee hebben, terwijl ook nauwlettend gekeken moet worden naar het aantrekken van constructiewerkers die niet alleen over een diploma beschikken, maar ook de vaardigheden hebben en productief inzetbaar zijn. Echter zegt Bettencourt dat er kansen zijn voor de bedrijven binnen de industrie. Dit blijkt uit het feit dat bepaalde bedrijven reeds investeren in capaciteitsversterking, terwijl andere die eerder in de mijnbouwsector actief zijn geweest, meer ervaring hebben.

Op de trainings- en opleidingsinstituten is geconstateerd dat op veel scholen het curriculum 40 tot 50 jaar verouderd is. Daarnaast zijn er ander problemen zoals onvoldoende ervaring in de industrie, onderbetaling van docenten, gebrek aan equipment en veiligheidsproblemen. Ten aanzien van het laatste, heeft Kosmos meer dan 2000 leerlingen van technische instituten in Suriname getraind in veiligheid. Desondanks zijn er opleidingsinstituten zoals NATIN en PTC die op technisch gebied goed onderwijs verrichten. Volgens het eindverslag van deze studie, scoort het bedrijfsleven redelijk goed op het concurrentievermogen. Alle stakeholders zullen echter hard moeten werken om specifieke tekortkomingen weg te werken.

-door Priscilla Kia-

 

More
articles