Repliek in Militaire Kamer afgerond in 8 Decemberstrafproces

Auditeur-militair Roy Elgin heeft vandaag zijn repliek tijdens een openbare zitting van de Krijgsraad in de Militaire Kamer in het 8 Decemberstrafproces afgerond. Het gaat in dezen om de verdachten Iwan Krolis, Imro Themen, Stephanus Dendoe, Ernst Geffery, Iwan Dijksteel, Winston Caldeira, Errol Alibux, Edgar Ritfeld, Dick de Bie, Benny Brondenstein, Lucien Lewis, Orlando Heidanus, Kenneth Kempes en Wim Carbiëre.

Op 29 en 30 november aanstaande, zullen de raadsmannen van de verdachten in de gelegenheid gesteld worden om hun dupliek te houden en mogen de verdachten hun laatste woord voeren. Tegen Imro Themen, Jimmy Stolk, Edgar Ritfeld, Orlando Heidanus, Wim Carbiëre, Winston Caldeira, Dick de Bie en Errol Alibux, heeft Elgin vrijspraak geëist. Tegen Stephanus Dendoe, Iwan Dijksteel, Ernst Greffery, Luciën Lewis, Benny Brondenstein en Kenneth Kempes, heeft hij twintig jaar celstraf geëist. Na de dupliek en het laatste woord van de verdachten, zal de Krijgsraad zover zijn om vonnis te wijzen.

Volgens het Openbaar Ministerie heeft Brondenstein een actieve rol gespeeld bij het beramen en vermoorden van de vijftien critici op 8 december 1982. Hij was gezagvoerder op een militaire boot die maandenlang bij de Marinetrap lag aangemeerd. Op 8 december gaf hij de opdracht om te varen naar Commewijne, nadat er geschoten was in het fort. Brondenstein ontkende met klem dat hij schoten heeft gehoord en zei dat hij niets weet en niets gehoord heeft. Volgens hem was hij in zijn kajuit. “Elke dag gingen wij varen, dus die dag ook”, verklaarde Brondenstein. Elgin zei dat alle zestien leden van de groep van zestien, betrokken zijn bij de moorden. In 2010 heeft Brondenstein verklaard dat hij niets weet over de moorden, maar zeven personen hebben bezwarende verklaringen tegen hem afgelegd. Volgens getuigen hebben zij hem op 8 december gezien in het fort.

Kempes en Lewis waren lijfwachten van hoofdverdachte Desiré Bouterse. Tegen beiden zijn bezwarende verklaringen afgelegd. Zij zouden deel hebben uitgemaakt van het vuurpeloton. Kempes noch Lewis zijn in 2010 verschenen voor verhoor bij de Krijgsraad. Geen van beiden heeft zich verdedigd of zich laten bijstaan door een advocaat. De zaak van beide verdachten wordt daarom bij verstek behandeld.

Tegen Dendoe heeft het Openbaar Ministerie (OM) twintig jaar celstraf geëist. In zijn betoog gaf Irvin Kanhai aan, dat het OM in plaats van ‘8 Decemberstrafproces’, ‘decembermoorden’ heeft gebruikt in het proces-verbaal. Verder zei hij dat volgens het OM op basis van getuigenverklaringen, Dendoe in verband met het overlijden van zijn vader, in het binnenland was en ook om een ‘wasi’ te nemen om een ‘kunu’ weg te halen. Twee getuigen hebben aangegeven Dendoe gezien te hebben in Fort Zeelandia op de dag van de moorden. Getuige Onno Flohr heeft verklaard, dat Dendoe op die bewuste dag een storing aan zijn persoonlijke wapen heeft verholpen. Flohr was lijfwacht van Roy Horb. Ook tegen Geffery heeft het OM, twintig jaar celstraf geëist. Diverse getuigen hebben verklaard dat Geffery op 7 en 8 december aanwezig was in het Fort Zeelandia. Geffery blijft dit ontkennen. Volgens Elgin wordt Dijksteel volledig aansprakelijk gesteld voor de moorden, ondanks dat hij geen deel uitmaakte van de beraming van het moordplan. Hij gaf aan dat forensisch onderzoek heeft uitgewezen, dat Dijksteel met zijn vuistvuurwapen heeft geschoten op de slachtoffers. Tijdens zijn verhoor in 2011, ontkende Dijksteel dat hij deel uitmaakte van het vuurpeloton op 8 december 1982. Dit ondanks dat getuigen, waaronder Flohr en ex- militair Sammie Monsels, gezien hebben dat Dijksteel heeft geschoten op John Baboeram en Harold Riedewald. Dijksteel was geen lid van de groep van zestien. Hij was de lijfwacht van toenmalig bevelhebber Desiré Bouterse, die tevens hoofdverdachte in het 8 decemberproces is.

Rest nog de verdachten Harvey Naarendorp en John Hardjoprajitno. Volgens de wet mogen zij niet worden berecht door de Krijgsraad, omdat zij op 8 december 1982 ministers waren. Deze zaak moet door de kantonrechter worden behandeld. Het is nog niet duidelijk wanneer dit zal gebeuren.

door Johannes Damodar Patak

 

More
articles