Externe druk stopt ontmanteling raffinaderij

De actie vanuit de oppositie, de samenleving en zeker de brief van de VHP aan de moedermaatschappij Alcoa in Pittsburgh, heeft geleid tot internationale druk met als gevolg dat de Alcoa de ontmanteling heeft moeten aanhouden. Dit zegt VHP- parlementariër Mahinder Jogi. Hij geeft aan dat dit besluit absoluut niet door de regering is gekomen, omdat de regering in de kwestie Suralco/ Alcoa zich altijd heeft opgesteld als te zijn de advocaat van de multinational. De regering heeft de acties van de maatschappij ook altijd gerechtvaardigd.
In ons land neemt men het volgens Jogi niet zo nauw met de regelgeving, maar internationaal ligt dat anders. De brief van de VHP is naar de Alcoa gestuurd en naar de internationale media. Jogi zegt dat het vertrek van de Alcoa nu nauwlettend gevolgd wordt door de internationale gemeenschap en dat de multinational haar goede naam en faam niet te grabbel wil gooien. Hij merkt op dat de Alcoa met succes de regering aan haar zijde heeft kunnen krijgen om zaken gedaan te krijgen zoals zij dat wilde. Hij benadrukt dat niet de regering, maar de Alcoa genoodzaakt was om het besluit te nemen om de ontmanteling aan te houden en te wachten op goedkeuring van het parlement.
De volksvertegenwoordiger geeft aan dat het niet hierbij moet blijven. “We moeten doorgaan”, zegt Jogi.
Volgens hem hebben beide partijen, zowel de regering als de Alcoa, met het aanhouden van de ontmanteling beaamt dat er sprake is van illegaliteit.
Jogi benadrukt dat alle overeenkomsten die tot nog toe zijn afgesloten tussen beide partijen komen te vervallen. Hij zegt dat volgens artikel 1341 van ons Burgerlijk Wetboek, partijen een bepaalde status moeten hebben en bevoegd moeten zijn om te onderhandelen. Hij voert aan dat noch de onderhandelingscommissie noch de Alcoa bevoegd is om te onderhandelen, met als gevolg dat alle overeenkomsten nietig zijn.
Er is mandaat van het parlement vereist om te kunnen onderhandelen. Dit kan volgens Jogi pas verleend worden wanneer het parlement zijn bevindingen heeft gegeven over de Brokopondo-overeenkomst. “De Alcoa diende het te weten. Na 100 jaar actief te zijn geweest, moet je op de hoogte zijn van de nationale wetgeving”, aldus de VHP- parlementariër.

 

door Johannes Damodar Patak

More
articles