C47 biedt voorstellen voor gezondheidssector

Bij de vandaag door de vakbeweging C-47 gehouden assemblee van de arbeid, was de gezondheidssector een van de hoofdagendapunten. Volgens Robby Berenstein voorzitter van C-47 zal de gezondheidszorg onbetaalbaar worden als niet snel wordt ingegrepen. De vakbeweging heeft zich daarom voorgenomen om de gezondheidssector over tien jaar naar een andere hoogte te tillen. Hiervoor zijn vandaag enkele voorstellen gedaan.
Volgens Berenstein leveren werknemers de grootste bijdrage aan de financiering van de gezondheidszorg, terwijl zij toch geen inspraak hebben bij de besluitvorming over zaken in de zorg. Het is volgens hem belangrijk dat C-47 een standpunt inneemt en oplossingsgerichte modellen presenteert voor de zorg. Marcia Clumper van het C-47-bestuur, liet middels een PowerPoint presentatie de huidige stand van zaken binnen de zorg zien en de voorstellen van de vakbeweging om die te verbeteren.
Ex-minister van Volksgezondheid Patrick Pengel, gaf aan dat meer dan 80 procent van het budget van het ministerie besteed wordt aan de zieke mens. Veel mensen stromen door naar de derdelijnszorg. De vakbeweging is van mening dat er meer aandacht besteed moet worden aan de eerstelijnszorg om te voorkomen dat patiënten in de derdelijnszorg belanden. “Veel huisartsen hebben grote praktijken, waardoor zij niet veel tijd hebben voor de patiënten, gevolg is dat zij worden doorverwezen, terwijl de huisarts wel het abonnementstarief verdient”, legde Clumper uit.
C-47 stelt voor dat behandelcentra worden opgezet waar mensen terecht kunnen en verzekerd zijn van optimale behandeling. Dit zal ervoor moeten zorgen dat er minder behoefte bestaat om te gaan richting specialistische behandeling. Deze voorziening moet ingezet worden op basis van de populatie, zodat de voorziening maximaal benut kan worden. Ook moet een dergelijk centrum binnen het bereik zijn van de populatie die daarvan gebruik zal moeten maken. Ten aanzien van de financiering, moet die volgens de vakbeweging niet meer individueel geschieden. “Het centrum krijgt dat geld en zorgt voor verdere verdeling. Hierdoor bestaat er geen concurrentie waarbij huisartsen streven naar meer patiënten voor meer geld. De artsen komen dan in loondienst van de organisatie. Hiermee wordt ook de ongelijkheid qua inkomen tussen artsen en specialisten weggewerkt”, hield Clumper voor.
Het Staatsziekenfonds (SZF) besteedt maandelijks tussen de SRD 40 en 50 miljoen aan husartsen, ziekenhuizen, specialisten en apotheken. Hierdoor blijft er op de begroting geen geld over voor vernieuwingen. Overigens gaat SRD 26 miljoen van dit bedrag naar de tweedeslijnzorg, terwijl de huisartsen SRD 40.000 tot 50.000 per maand ontvangen om alle kosten op hun kliniek te betalen. Ook werd aangehaald dat de interne organisatie van het SZF niet berekend is op begeleiding, zorgvernieuwing of beoordeling van de kwaliteit van de zorg.
C-47 is van mening dat er overleg moet zijn tussen de verdieners, de besteders en tussen de verzekeraars en de verzekerden. Ook maakt de vakbeweging zich sterk voor een klachtenprocedure met betrekking tot de dienstverlening. Zij wenst niet langer aan de kant te staan en pleit voor een ander budgetbeleid bij het SZF. Zo moeten alle premies worden overgedragen aan het SZF, zodat het SZF alle middelen ter beschikking heeft. Daarnaast is de vakbeweging van mening dat er eisen gesteld moeten worden aan de huisartsenorganisaties, terwijl geen vergunning verleend moeten worden aan individuele dienstverleners. De vakbeweging wil ook inzage in de cijfers voor transparantie en de installatie van overlegorganen waarin de vakbeweging is opgenomen.

door Priscilla Kia

More
articles