‘Halve waarheden over monetaire financiering’

Econoom Wadi Sowma zegt desgevraagd, dat er zowel door Jim Bousaid, algemeen directeur van de Hakrinbank N.V. als door de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, halve waarheden zijn verteld over het wel of niet monetair financieren door de regering. Bousaid heeft recent gesteld dat er wel aan monetaire financiering wordt gedaan door de regering, terwijl Hoefdraad dit tegenspreekt. Sowma geeft een uiteenzetting over het reilen en zeilen van banken in relatie tot monetaire financiering.
De taak van een commerciële bank is om geld aan te trekken van het publiek (deposito’s). De bank zet het geld uit bij kredietnemers. Sowma stelt dat het geen één- op-één doorschuif is, omdat de bank niet precies uitleent wat hij binnenkrijgt. Hierdoor zijn de banken volgens hem in staat om geld te scheppen door het verlenen van kredieten en die komen weer in het maatschappelijk geldverkeer terecht. Dat de minister van Financiën aangeeft dat spaargelden worden uitgeleend, is dus volgens de econoom niet helemaal waar.
Hij voert aan dat de kredietvraag bij de binnenlandse ondernemers op een laag pitje staat door de economische situatie in ons land. Hierdoor blijft over de overheid aan wie er kredieten worden verleend. Sowma stelt dat krediet verlenen aan de overheid, niet altijd neutraal is. Hij legt uit dat lenen wil zeggen dat geld dat de banken binnen hebben, versneld in het geldcircuit terechtkomt. In een economie waar er niet veel economische binnenlandse activiteiten zijn, zou dit volgens de econoom kunnen leiden tot inflatie. Hij verwijst naar de maatregel van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) in het verleden waarbij banken geïnstrueerd zijn om hun kasreserve percentage te verhogen. Hij geeft aan dat dit tot doel heeft om de kredietverlening in toom te houden en meer geld binnen te houden.
Hij legt dit uit middels een formule in de economie, een verkeersvergelijking bestaande uit een monetaire kant en een reële kant (productie), namelijk M x V= P x T. M staat voor Maatschappelijk geldverkeer, V voor de omloopsnelheid van het geld, P voor het gemiddeld prijsniveau van alle goederen en T voor transacties in de maatschappij of handelsvolume. Sowma geeft aan dat door de handelingen van de overheid (kredieten), M toeneemt met als gevolg dat M x V niet in balans blijft, terwijl P hetzelfde blijft. Dit zou kunnen zorgen voor een druk op de inflatie. Hij voert aan dat door de lage economische activiteiten in ons land, P niet verandert.
De econoom zegt dat de overheid door haar activiteiten, P wel stimuleert, maar dit hoeft niet altijd goed te zijn. Door de handelingen van de overheid zijn er wel wat economische activiteiten te merken. Echter zitten de ondernemers nog steeds in grote problemen. Sowma benadrukt dat het niet de taak is van de overheid om datgene wat ondernemers doen over te nemen, maar juist de investeringen vanuit de private sector te stimuleren en te faciliteren.

-door Johannes Damodar Patak-

More
articles