Bij viering 155 jaar Keti Koti: Herdenking alle gevallenen tijdens slavernij periode

Alle vrouwen, mannen, jongens en meisjes die hun leven hebben verloren tijdens de periode van de slavernij, zullen dit jaar voor het eerst herdacht worden op 1 juli. Dit is een van de belangrijkste activiteiten die de jubileumcommissie dit jaar bij de herdenking van 155 jaar Keti Koti zal organiseren. Gisteren heeft de commissie in het perscentrum het nationaal programma van de activiteiten gepresenteerd.
Henk Herrenberg, voorzitter van de Nationale Commissie Herdenking Jubileumjaar namens het Kabinet van de President, maakte duidelijk dat de dag op zondag 1 juli gevierd zal worden en niet op 2 juli. De commissie is vrij laat, op 4 mei, geïnstalleerd om de verschillende jubilea te coördineren. Alle Afro-Surinaamse organisaties hadden hun activiteiten al voorbereid en gepland, waardoor de commissie heeft getracht deze slechts te coördineren, waarna het nationaal programma werd opgezet.
Iryda Rijker van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, en eveneens lid van de commissie, gaf aan dat de landelijke activiteiten beginnen op zaterdag 30 juni. Er zijn wel monumenten in ons land die herinneren aan de slavernij, maar een nationale gedenkplaat ontbrak. Aanstaande zaterdag zal ons land wel een gedenkplaat hebben, de commissie zal dan om 17.00 uur een nationale gedenkplaat onthullen. “Er is geen herdenkingsplakkaat voor al die mensen die zijn gebracht naar Suriname om verhandeld te worden als slaven en onderweg van hun woonplaats zijn omgekomen door allerlei omstandigheden. Het zijn meer dan 550.000 mensen die in een periode van 300 jaar zijn gebracht. Wij willen met het plakkaat dat richting de zee geplaatst zal worden, die mensen gedenken”, zei Marlon Powell van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
De commissie heeft daarnaast ook het initiatief genomen om het huisje bij het Kodjo, Mentor en Present plein aan de Heiligen-weg op te knappen. Volgens ouderen zou daar de plek moeten zijn waar de gevallenen uit de slavernij herdacht zouden moeten worden, maar die zou dan eerst opgeknapt moeten worden. Aan de Energie Bedrijven Suriname (EBS) aan wie dit huisje toebehoort, is een schrijven gericht voor toestemming om een plakkaat bij het huisje te plaatsen, waarop een foto van Kodjo, Mentor en Present zal komen te staan met het opschrift: ‘Op zaterdag 28 januari 1833 zijn de slaven op deze plek levend verbrand. Met deze gruwelijke straf wilde het koloniaal bestuur afrekenen met het verzet van moedige slaven die een daad wilden stellen tegen het onrecht van de slavernij’. Als de EBS goedkeuring hiervoor geeft, zal de plek gewassen moeten worden en eventueel het gebouw geverfd moeten worden.
De activiteiten gaan door op zondag 1 juli en beginnen om 06.00 uur in de ochtend te Fort Zeelandia met 21 kanonschoten als eerbetoon aan de gevallenen tijdens de slavernij periode. Tegelijkertijd wordt in de Palmentuin een culturele activiteit gehouden waarbij de Trio’s uit Tepu een gebed zullen verrichten. Dit jaar is ook de wijze waarop eer betoond wordt, gewijzigd. Om 11.00 uur zal de commissie in plaats van kransen, maripa boto’s met inhoud plaatsen bij het monument van Mama Sranan, Baba en Mai, Stonbroki en ten slotte bij Kwaku. Het standbeeld van Kwaku is beschadigd, de neus is eraf geslagen. Kunstenaar Rinaldo Klas, zal op eigen initiatief het standbeeld Kwaku herstellen. Om 19.00 uur in de avond zal de nationale manifestatie op het Onafhankelijkheidsplein plaatsvinden met optredens van artiesten uit verschillende bevolkingsgroepen.

 

door Priscilla Kia

More
articles