JUBELSTEMMING?

Het Amerikaanse ratingbureau Standard & Poor’s zijn bevindingen over de kredietwaardigheid van ons land, zijn gisteren deels voor het grote publiek belicht. En de toch ietwat positieve aspecten uit het rapport, dat uit 12 pagina’s bestaat, werden gelijk door de overheidsvoorlichting NII aangegrepen om zaken mooier voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. Nog geen 24 uur later, laten economisten weten nog absoluut geen reden te hebben om in jubelstemming te geraken, na al hetgeen in het rapport van Standard & Poor’s is vervat. Het is volgens de voorzitter van de VES, Winston Ramautarsing, van belang, dat de gemeenschap goed begrijpt wat Standard & Poor’s zegt. Er is geen sprake van opwaardering en dat betekent dat er niet verwacht wordt dat er een verbetering optreedt. Volgens Ramautarsing wordt de kredietpositie van Suriname in de komende 24 maanden er zeker niet beter op. Het is goed dat we door S&P naar “stabiel” zijn gebracht, maar we zijn er nog helemaal niet. De VES blijft over de gehele linie zeer ontevreden over de ontwikkelingen van de overheidsfinanciën. De regering Bouterse geeft nog steeds teveel geld uit en haar inkomsten staan daarbij niet in verhouding, dus zijn veel te weinig. Als we op dezelfde manier doorgaan met onze financiële zaken, zal het volgens de VES-woordvoerder zeker niet beter gaan in ons land. Er moet volgens Ramautarsing meer productie komen , zolang dat niet gebeurt, komt er zeker geen verbetering. Volgens oud-minister Stanley Raghoebarsing, betekent het woordje ‘stabiel’ niet dat er een positieve beoordeling is gegeven door Standard& Poor’s aan Suriname. Volgens de ex-minister wil S&P hiermede zeggen dat het niet slechter, maar zeker ook niet beter zal worden. De regering en haar voorlichtingsdienst vertalen ‘stabiel’ als zijnde ‘positief’ en dat is volgens de oud-minister niet correct. Raghoebarsing verduidelijkt dat de beoordeling ‘stabiel’ nog niets zegt over de Surinaamse economie. Suriname incasseert telkenmale externe schokken waar het geen invloed op heeft. Suriname moet afstappen van een pakketten –economie en overgaan tot een productie-economie.Het Amerikaanse ratingbureau Standard & Poor’s zijn bevindingen over de kredietwaardigheid van ons land, zijn gisteren deels voor het grote publiek belicht. En de toch ietwat positieve aspecten uit het rapport, dat uit 12 pagina’s bestaat, werden gelijk door de overheidsvoorlichting NII aangegrepen om zaken mooier voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. Nog geen 24 uur later, laten economisten weten nog absoluut geen reden te hebben om in jubelstemming te geraken, na al hetgeen in het rapport van Standard & Poor’s is vervat. Het is volgens de voorzitter van de VES, Winston Ramautarsing, van belang, dat de gemeenschap goed begrijpt wat Standard & Poor’s zegt. Er is geen sprake van opwaardering en dat betekent dat er niet verwacht wordt dat er een verbetering optreedt. Volgens Ramautarsing wordt de kredietpositie van Suriname in de komende 24 maanden er zeker niet beter op. Het is goed dat we door S&P naar “stabiel” zijn gebracht, maar we zijn er nog helemaal niet. De VES blijft over de gehele linie zeer ontevreden over de ontwikkelingen van de overheidsfinanciën. De regering Bouterse geeft nog steeds teveel geld uit en haar inkomsten staan daarbij niet in verhouding, dus zijn veel te weinig. Als we op dezelfde manier doorgaan met onze financiële zaken, zal het volgens de VES-woordvoerder zeker niet beter gaan in ons land. Er moet volgens Ramautarsing meer productie komen , zolang dat niet gebeurt, komt er zeker geen verbetering. Volgens oud-minister Stanley Raghoebarsing, betekent het woordje ‘stabiel’ niet dat er een positieve beoordeling is gegeven door Standard& Poor’s aan Suriname. Volgens de ex-minister wil S&P hiermede zeggen dat het niet slechter, maar zeker ook niet beter zal worden. De regering en haar voorlichtingsdienst vertalen ‘stabiel’ als zijnde ‘positief’ en dat is volgens de oud-minister niet correct. Raghoebarsing verduidelijkt dat de beoordeling ‘stabiel’ nog niets zegt over de Surinaamse economie. Suriname incasseert telkenmale externe schokken waar het geen invloed op heeft. Suriname moet afstappen van een pakketten –economie en overgaan tot een productie-economie.De overheidsvoorlichting heeft op een sluwe wijze slechts de delen uit het rapport gelicht die enigszins gunstig voor de regering Bouterse uitpakken. Zo meldt de voorlichting van het regiem niet over de buitensporige rol met betrekking tot de staatsfinanciën die de president en zijn minister van Financiën spelen. Volgens het meergenoemde ratingbureau, vervullen de president en de minister van Financiën een losbandige rol wanneer het om staatsmiddelen gaat en de geplande hervormingen zijn sterk afhankelijk van de beslissingen van deze twee personen. Bouterse en Hoefdraad zouden een achilleshiel vormen om doortastend beleid tot uiting te brengen. Het komt er volgens Standard & Poor’s op neer dat het tweetal voor wat betreft de staatsfinanciën, de gelegenheid heeft te maken of breken. Hetgeen Standard & Poor’s heeft geconcludeerd, is geen nieuwe onthulling maar binnen de gemeenschap genoegzaam bekend. Maar over de rol van de president en de minister van Financiën over het reilen en zeilen binnen de staatsfinanciën zoals door Standard & Poor’s vermeld, maakt het NII wijselijk geen melding. Over de recente rapportage van Standard & Poors’s is naar onze mening nog zeker niet het laatste woord gezegd.
****
Volgens Standard & Poor’s bestaat de mogelijkheid, dat we over niet al te lange termijn uit het economische dal zullen kunnen kruipen. We zullen dan nog wel een aantal ingrijpende maatregelen moeten nemen om dit punt te bereiken. De overheid zal deze stappen moeten nemen om uiteindelijk weer economische groei te realiseren. Ze zal met haar vermeerderde inkomsten goed moeten omspringen en haar verkwistend beleid overboord moeten zetten. Standard & Poor’s is voorzichtig gebleven en heeft zich niet aan een opwaardering van onze rating gewaagd. De beslissing van dit bureau is dan ook terecht. Het gaat zeker nog niet goed in dit land als we alleen maar kijken naar het wegnemen van de vrije geneeskundige behandeling voor militairen en hun gezinsleden en de stappen die worden ondernomen om de leden van deze gewapende macht en hun gezinsleden, onder te brengen bij het SZF, een fonds dat absoluut niet als solide kan worden aangemerkt en herhaaldelijk bestookt wordt met klachten die te maken hebben met zijn tekortkomingen. De tekortkomingen hebben in veel opzichten te maken met zijn betalingen binnen de medische sector. Betalingen aan specialisten en apotheken die veel te laat of niet plaatsvinden. Voorts regent het klachten vanuit ziekenhuizen die niet op tijd hun geld kunnen krijgen van het fonds. Sinds de koloniale tijd hebben leden van de TRIS , later de SKM en na 1980 het Nationaal Leger, altijd kunnen rekenen op deze vrije geneeskundige behandeling. Zelfs onder heel moeilijke financiële omstandigheden hebben de regeringen onder leiding van Runaldo Venetiaan, kans gezien deze medische voorziening voor militairen, in stand te houden. Toen was er sprake van prudent financieel –economisch en monetair beleid. Daar is thans door wanbeleid van de regeringen Bouterse I en II flink de klad in gekomen en moeten militairen het straks doen met een veel slechtere medische zorg onder de banier van het SZF. Het is al geruime tijd zo, dat militairen uit eigen zak voor specialistische behandeling moeten betalen. Ons zijn gevallen bekend waarbij militairen en hun gezinsleden op de bedeltoer moeten gaan om een gezinslid buiten levensgevaar te houden. Dit zijn onacceptabele omstandigheden en zeker wel het gevolg van zeer slecht gevoerd beleid van deze regering. De onvrede over de medische zorg voor militairen valt dan ook niet te onderschatten.

More
articles