HEBBEN ZE KANS OP EEN ROOSKLEURIGE TOEKOMST?

(Johan de Randamie)

Er wordt regelmatig gesteld dat de jeugd onze toekomst is. Aangezien de basis voor een rooskleurige toekomst ligt bij de ontwikkeling die in de schoolbanken begint, hoop je dat die essentiële basis goed gelegd wordt. Helaas schort er aan die ontwikkeling behoorlijk wat in ons land. Drop-outs heb je overal ter wereld, dus dat verschijnsel is geen trend die zich alleen in Suriname voordoet. Wat een steeds grotere rol speelt bij onze jeugd, is de afnemende interesse. De jeugd is tegenwoordig vaak te passief en participeert veel minder in activiteiten die goed zijn voor de algemene ontwikkeling. Het is heel jammer om te zien dat onze jeugd meer interesse heeft in de mobiele telefoon of tablet, dan om mee te doen aan sport of educatieve projecten. Steeds vaker wordt geconstateerd dat leerlingen niet actief participeren bij lessen op school, omdat hun interesse afdwaalt naar andere snufjes die de digitale wereld aan hen te bieden heeft. Daarnaast verschilt hun opvoeding tegenwoordig hemelsbreed met die van 20 jaar terug. Leerlingen die over de schreef gaan, worden te veel in bescherming genomen en de leerkrachten worden steeds vaker in een kwaad daglicht geplaatst. Alle schuld op onderwijzers schuiven komt te vaak voor en dat gebeurde 20 jaar terug veel minder, want ouders waren toen ook van mening dat leerkrachten ook een opvoedkundige rol vervulden tijdens de schooluren. Tegenwoordig moet de schuld van de slechte leerprestaties niet op school, maar vaak thuis gezocht worden. Dit geldt vooral voor die ouders die een uitgesproken negatieve mening hebben over het gedrag van leerkrachten. Geen wonder dat kinderen tegenwoordig niet meer weten hoe het hoort en volwassenen, in dit geval leerkrachten, niet met respect behandelen. Leerlingen dienen te weten dat wanneer zij op school zijn, de juffrouw of leraar de orde moet handhaven op school en niemand anders! En als je de orde verstoort of je misdraagt, dan moet je weten dat daar consequenties uit zullen voortvloeien. Belhamels moeten niet denken, omdat zij de ‘gangster’ willen uithangen, dat ze niet geschorst kunnen worden. Nogmaals, voor die ouders die in hun schoolperiode wisten wie de orde op de school in handen had, geldt dat ze hun kinderen ook moeten vertellen, dat daaraan niets is veranderd. Als ouders niet willen, dat hun kinderen op school een deel van hun opvoeding genieten, dan wensen wij die ouders veel succes bij het verder opvoeden van een ongemanierd kind, dat al verloren is voor deze maatschappij. Niet zomaar luidt het spreekwoord: ‘Zachte heelmeesters maken stinkende wonden’. In Suriname is het de afgelopen jaren zodanig verslechterd, dat ouders de controle over hun kinderen aan het verliezen zijn en dat heeft natuurlijk ook te maken met de huidige crisis. Hard werkende ouders die niet thuis zijn om hun kinderen te begeleiden, zien vaak met lede ogen hun kroost ontsporen. Ook geraken kinderen nu erg snel ervan op de hoogte hoe je door crimineel handelen zogenaamd snel ‘rijk’ kunt worden. We onderschatten de jeugd, maar die denkt veelal slim te zijn, wanneer zij merkt dat ongeschoolde mensen heel veel geld verdienen en grote auto’s en huizen hebben. Dus gaan zij er vanuit dat je niets hoeft te leren om snel rijk te worden. Ons onderwijs laat ook te wensen over. We hebben jammer genoeg een regering, die niet voldoende investeert in goed onderwijs. De jeugd wordt ook heel wat juiste informatie onthouden. Zo heeft men in de jaren ‘80 veel schoolboeken aangepast en veranderd. De kwaliteit van onze educatie is tot nu toe zeker niet op het vereiste niveau. Het bewijs zit in de vergelijking, dat het basisonderwijs van Suriname vroeger op een hoger niveau lag, dan wat het nu is. Men kon toen met de benodigde diploma’s van Suriname naar Europa gaan en die ontwikkeling verder aanvullen. Het onderwijs in Suriname is ook verder achteruit gegaan voor wat betreft lesmateriaal, kwalificatie van leerkrachten en de manier van doorstroming en vorming. Dit alles beperkt een kind in zijn creatieve ontwikkeling en zelfstandigheid. Wat ook een nadelig effect heeft, is dat veel leerkrachten niet langer gemotiveerd hun werk doen. Wanneer leerlingen les krijgen van een ongemotiveerde leerkracht, kun je maar weinig goeds verwachten van hun prestaties. Deze factoren leveren het bewijs, dat de overheid als verantwoordelijke partner zich niet bekommert om het welzijn van de jeugdigen en de toekomst van ons land. De overheid dient veel meer te doen om het onderwijssysteem op een goed niveau te houden en kan nimmer toestaan dat er een verdere afbraak hiervan plaatsvindt.

More
articles