VOORTDUREND RIJK REKENEN

Minister Hoefdraad van Financiën heeft gisteren in De Nationale Assemblee, wederom voor opschudding gezorgd nadat door het lid Santokhi van de VHP-fractie, werd bekendgemaakt dat de bewindsman wederom naar het Oppenheimer Instituut is gestapt om nog een lening van 75 miljoen dollar te sluiten. Santokhi ontleende deze gegevens aan de website van het Oppenheimer Instituut. De minister om uitleg gevraagd omtrent deze nieuwe aanvraag voor een miljoenenlening, stelde dat hij tekorten heeft en daarom geld leent en zulks zal blijven doen zolang hij dat nodig acht. Hoefdraad stelde dat het om het goed recht van de regering gaat en dat ze nog steeds binnen de wet opereert. Ook bevestigde Hoefdraad dat de regering bezig is met lokale en internationale banken om nog meer geld los te krijgen. Dat er nog zwaardere fiscale maatregelen op deze gemeenschap zullen worden losgelaten om de budgettaire tekorten van de regering Bouterse II te kunnen dekken, werd gisteren bevestigd door Hoefdraad, die stelde dat hij het komende jaar 350 miljoen SRD denkt te kunnen halen door verhoogde belastingheffingen op canonrechten (80 miljoen SRD) en bij de overdrachtskosten van gronden (SRD 86 miljoen). Ook zal overtollige activa van de overheid worden afgestoten. De minister doelde hierbij op het verkopen van veel panden die nu nog onder het beheer van de overheid vallen. Hoefdraad rekent zich hierbij gelijk rijk en denkt hieraan 180 miljoen SRD te verdienen. De man leeft duidelijk niet in de realiteit, want er zijn momenteel weinig personen die uitgewoonde sterk verwaarloosde panden van de overheid willen kopen. Uit deze extra voormelde inkomsten denkt Hoefdraad 250 miljoen SRD te kunnen besteden aan de lopende uitgaven van de overheid. Dat Hoefdraad zo kort voor het einde van het jaar nog met een Oppenheimer optie komt, zou te maken hebben met de enorme tekorten waar de regering momenteel mee kampt en die nog voor het einde van het jaar moeten worden voldaan. Hoefdraad kon het wederom niet laten zich laatdunkend uit te laten over de kennis van wetgevers als het om economische en financiële zaken gaat. Hoefdraad moet zich niet denigrerend opstellen tegenover wetgevers, omdat hij in veel opzichten goede en bruikbare adviezen van leden van de Vereniging van Economisten in Suriname, VES, op vele momenten in de wind heeft geslagen. Zelfs waarschuwingen van de monetair econoom en hoogleraar Anthony Caram over het bedenkelijke financiële beleid van de regering Bouterse en de verkeerde richting die we opgaan, heeft Hoefdraad die zelf statisticus is, in de wind geslagen. Het is bekend dat de meeste assembleeleden niet tot het selecte gezelschap van economisten kan worden gerekend, maar dat zijn de leden van de VES wél en zelfs hun adviezen heeft de minister tot nog toe niet opgevolgd door zijn beleid te wijzigen. Als het Oppenheimer Instituut ons land aan de lening van 75 miljoen dollar helpt, hoe zwaar is de rente dan en hoe zit het met de aflossingen en binnen welke termijn moeten die zijn voltooid: Dat vertelt de minister van Financiën er niet bij. Er wordt maar geleend en Suriname c.q. de staat zakt steeds verder weg in het moeras van valuta en SRD leningen. Het moet voor een ieder nu glashelder zijn, dat deze overheid ruim onvoldoende verdient om het land goed te kunnen besturen. Hoe denkt ze op deze manier haar zittingstermijn tot mei 2020 zonder kleerscheuren door te komen? Ze kan onmogelijk op deze voet de komende twee jaar blijven doorlenen. Er wordt op geen enkele wijze geld gestopt in de productie die ons deviezen zou moeten opleveren. Aan het begin van 2018 zal het ratingbureau Moody’s zijn bevindingen rond de kredietwaardigheid van ons land bekend maken. De regering Bouterse en een ieder die wat van economie snapt, weet wat de gevolgen zijn als de rating wederom wordt verlaagd. Ook Hoefdraad die zich aan God noch gebod stoort en zich een soort afgod waant, moet zich daar terdege zorgen over maken.

More
articles