Breeveld wil duidelijk beleid voor bescherming kinderen

Afgelopen woensdag werden in De Nationale Assemblee (DNA) de onderzoeksresultaten van het onderzoek naar geweld tegen kinderen in Suriname gepresenteerd. DOE-parlementariër Carl Breeveld, die aanwezig was bij de presentatie, gevraagd naar zijn reactie, is van mening dat de regering en duidelijk beleid moet hebben ten aanzien van de bescherming van kinderen in Suriname. Breeveld geeft aan dat het initiatief voor het onderzoek gekomen is vanuit DNA in sa-menwerking met Unicef. Volgens hem geven de cijfers uit het onderzoek aan, dat het belangrijk is dat de regering hierop inspeelt.

Alle actoren nodig

Breeveld is van mening dat alle actoren van belang zijn om te komen tot een goed beleid. Vooral de rol van de media in gevallen van huiselijk geweld, is belangrijk. “Veelal worden alleen moeders belicht, terwijl mannen ook slachtoffers zijn van huiselijk geweld”, geeft Breeveld aan. Hij noemt het daarom een misser dat bij het onderzoek alleen moeders en kinderen en geen mannen zijn meegenomen. “Niet alleen de media, maar ook de politiek, leerkrachten, begeleiders in tehuizen, internaten en detentie-instellingen, zijn belangrijk”, zegt Breeveld. Zij kunnen volgens hem modellen aandragen aan het parlement die kunnen bijdragen aan een beter beleid om kinderen te beschermen

Misbruik op elk gebied

“Niet alleen kinderen in gezinnen, maar ook kinderen in internaten, kinderen in detentie en kinderen met een beperking, worden geconfronteerd met vormen van geweld en misbruik”, zegt Breeveld. Elk kind dat misbruikt wordt, is er een te veel. Hij noemt het opvallend dat er veel geweld ervaren wordt in de wijze waarop er met kinderen wordt gesproken. Kinderen worden vooral thuis uitgescholden, beledigd of geschreeuwd. Zij gaven aan belediging en schelden erger te vinden dan het slaan. Desondanks is Breeveld blij met het feit dat kinderen zich bewust zijn van kindermishandeling, door vooral op school aan te geven niet geslagen te mogen worden.

Veranderde wetgeving

Volgens het Wetboek van Strafrecht artikel 289 is seks met kinderen jonger dan 16 jaar verboden. In tegenstelling hiervan, is, de minimale leeftijd voor meisjes om te huwen, nog steeds vastgesteld op 15 jaar is. Breeveld is van mening dat de leeftijd opgetrokken moet worden. Hiervoor moet er een verandering komen in de wetgeving. Hij is van mening dat kinderen zoveel mogelijk beschermd moeten worden en niet te vroeg seksueel actief moeten worden. Ten aanzien van de strafoplegging bij seks met een kind jonger dan 16 jaar, is die gesteld op een gevangenisstraf van hoogstens 12 jaar en een boete van hoogstens SRD 100.000. Breeveld is van mening dat er differentiatie moet komen in de wet ten aanzien van de straf. Volgens hem kan seks met een baby zwaarder gestraft worden, omdat het kind zich niet kan verdedigen en voor het leven wordt getraumatiseerd. Desondanks zegt hij dat de daders naast de straf, ook begeleid moeten worden, zodat zij na hun straf niet terugvallen tot dezelfde daad.

door Priscilla Kia

 

More
articles