Santokhi: ‘Geen uitzicht op herstel’

Bij de Algemene Politieke Beschouwingen waarmee gisteren een aanvang is gemaakt in De Nationale Assemblee, heeft de fractieleider van de VHP, Chan Santokhi, aangegeven dat na zeven jaar beleid van regering Bouterse, Suriname te-recht is gekomen in een diepe crisis, die geen uitzicht biedt op herstel. Hij haalde aan dat deze uitzichtloosheid versterkt wordt door het gepresenteerde beleid over het jaar 2018. “Waar Suriname nauwelijks zeven jaar geleden beschouwd werd als een veilig land met een sterk functionerende rechtsstaat en een onafhankelijke rechterlijke macht, moeten wij thans belemmeringen constateren in hun functioneren, waarvan het beleid niet aangeeft hoe deze weg te maken”, haalde Santokhi aan. Hij zegt dat er een versmalling is ontstaan op het gebied van internationale samenwerking tussen Suriname en de rest van de wereld.

De voorzitter van de VHP wijst erop, dat Suriname van een stabiele economie en van een economische groei naar een instabiele economie en neerwaartse economische groei is gegaan binnen die zeven jaar regering Bouterse. Volgens hem zijn ook onze middelen in de staatskast en de internationale reserves behoorlijk aangetast.

Verder zegt hij dat de regering niets doet aan de vele negatieve ratings. Voorheen waren de ratings positief, maar door haar toedoen zijn ze omgezet in negatieve ratings.

Deze ratings hebben te maken met de positie van Suriname op internationale beoordelingslijsten, zoals: financiële en monetaire ratings, ratings met betrekking tot veiligheid; mensenhandel; mensenrechten; democratie; kinderarbeid; drugsbestrijding en bestrijding van terrorisme. Dit zorgt volgens Santokhi voor een negatief imago voor ons land, waarvan de totale samenleving het slachtoffer wordt. Dit werkt volgens Santokhi door naar alle sectoren, waaronder de financiële sector, handel, import-export, investeringen en toerisme.

Het beleid van de afgelopen zeven jaren, heeft volgens de VHP-voorzitter erin geresulteerd dat we een van de armste landen zijn geworden in de regio, terwijl wij voorheen tot een van de zeventien rijkste landen in de wereld werden gerekend. Santokhi zegt dat deze zaken zich hebben voorgedaan tegen de achtergrond van meer dan US$ 3 miljard extra inkomsten in vier jaar tijd en US$ 1,2 miljard op de internationale reserve, de vele natuurlijke hulpbronnen die Suriname bezit en een relatief kleine economie en klein inwonersaantal, dat niet moeilijk is te dienen. Hij haalt aan dat de oppositie de regering vaker heeft gevraagd om een overzicht te presenteren van de uitgaven c.q. bestedingen over deze periode, tot nog toe kijkt de oppositie daarnaar uit.

Op basis van de eerder genoemde zaken, concludeert Santokhi, dat veel Surinamers nu welvaart en welzijn zouden hebben als er goed beleid en goed bestuur, en de juiste inzet van deze middelen zou plaatsvinden. Ook zegt hij dat veel jongeren en afgestudeerden werk zouden hebben en het land zou minder armoede hebben. “Kortom, het land zou floreren, maar helaas”, aldus Santokhi.

door Richelle Mac-Nack

 

More
articles