Internationale hulp voor onderwijs daalt opnieuw

Het bedrag aan ontwikkelingshulp dat naar onderwijs gaat, is voor het zesde jaar op rij gedaald. Dat meldt Unesco. De totale hulp bedraagt momenteel 12 miljard dollar, 4 procent minder dan in 2010. De totale ontwikkelingshulp nam in die periode met 24 procent toe.

Financiering van basisonderwijs – inclusief steun aan kleuteronderwijs, volwassenonderwijs en programma’s tegen analfabetisme – bedraagt 5,2 miljard dollar, dat is 6 procent minder dan in 2010.

De cijfers zijn gebaseerd op nieuwe data van het Development Assistance Committee van de OESO. Unesco-directeur Irena Bokova zegt in een reactie dat de hulp ernstig tekortschiet, als het gaat om het bereiken van het Duurzame Ontwikkelingsdoel (SDG) 4.

“Dit bedrag zou vermenigvuldigd moeten worden met minstens zes om onze onderwijsdoelen te halen, en moet gaan naar landen die het het meest nodig hebben. We zien echter dat donoren steeds minder aandacht hebben voor de armste landen.” De Verenigde Staten en Groot-Brittannië zijn de twee grootste donoren als het gaat om basisonderwijs, maar in 2014/2015 verlaagden ze hun budget respectievelijk met 11 en 9 procent. Noorwegen en Duitsland verhoogden hun budget voor basisonderwijs echter met respectievelijk 50 en 34 procent. De hulp wordt niet zo verdeeld dat landen die er de grootste behoefte aan hebben, het meest krijgen. Afrika ten zuiden van de Sahara, waar wereldwijd de helft van alle kinderen woont die niet naar school gaan, krijgt minder dan de helft van het budget voor basisonderwijs dat het in 2002 kreeg, en 26 procent van het wereldwijde budget.

Noord-Afrika en West-Azië daarentegen, waar slechts 9 procent van de kinderen thuis zit, ontvangen 22 procent van de totale hulp voor basisonderwijs.

More
articles