‘Vrede en vrijheid zijn niet vanzelfsprekend’

“Vrede en vrijheid zijn niet vanzelfsprekend.” Dit zei Wilfred van Gom, oud-strijder tijdens de Tweede Wereld-oorlog vandaag tijdens de herdenking van de oorlog 72 jaar geleden bij het Monument van de Gevallenen aan de Waterkant. De prijs voor vrede en vrijheid was en is volgens hem nog steeds erg hoog. Van Gom merkte op dat het een prijs is die met het leven van velen betaald is.

Hij gaf aan dat door de prijs die de gevallenen tijdens de Tweede Wereld-oorlog hebben betaald met hun kostbaar leven, wij nu kunnen leven in vrijheid. Daarom herdenkt de Federatie van Oud-strijders en Ex-militairen jaarlijks evenals andere volkeren in de wereld de gevallenen.

Van Gom zei dat door hen te gedenken, zij op bescheiden wijze weer voor het voetlicht geplaatst worden, omdat zij niet vergeten mogen worden. Hij vindt het jammer dat dodenherdenking in ons land door onwetendheid en onjuiste informatie geen bekendheid geniet.

Ondanks dit, is Van Gom verheugd dat de staat de dodenherdenking op zich heeft genomen, waardoor het voortbestaan van dodenherdenking normaal zal plaatsvinden. Van Gom zei dat de dodenherdenking ervoor zal zorgen dat de oud-oorlogsstrijders niet zullen ophouden te bestaan na hun dood.

Er werden kransen gelegd bij het Monument van de Gevallenen door de minister van Defensie, Robby Benschop, de Nederlandse ambassadeur Ernst Noorman en vertegenwoordigers van de Franse ambassade, de Amerikaanse ambassade en door de TRIS in gezelschap van twee leerlingen van de C.R. Froweinschool. Noorman gaf aan dat de vlaggen vandaag in Nederland halfstok hangen en dat koning Willem Alexander en koningin Maxima een krans hebben gelegd bij het monument in Amsterdam ter herdenking van allen die het leven hebben gelaten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Noorman vond het een eer om vandaag samen met ons stil te mogen zijn ter nagedachtenis van de gevallenen. Hij gaf aan dat Nederland bezet was door Duitsland, en dat de toenmalig Nederlandse kolonie, Suriname en de Antillen, buiten het oorlogsgevecht bleven en werden beschermd door de geallieerden. Het bauxiet uit Suriname en de olie uit Curaçao waren onmisbaar voor de oorlogsindustrie. Noorman zei dat vele Surinamers hun bijdrage hebben geleverd in de strijd en dat een aantal van hen niet teruggekeerd is. Ook de solidariteit van  de Surinamers tijdens de Tweede Wereldoorlog die getoond is door het beschikbaar stellen van hulgoederen en fondsen, is voor hem nog altijd indrukwekkend. “Dit toonde de verbondenheid van Suriname met Nederland”, aldus Noorman. In de 67 jaar dat het monument en staat, merkte hij op dat de tijd haar tol begint te eisen. Noorman gaf aan dat hij naar mogelijkheden zal kijken hoe het monument behouden kan worden. Hij deed een beroep op een ieder die het monument een warm hart toedraagt om te zorgen voor een duurzaam beheer, zodat toekomstige generaties weten waarom het monument daar staat. Ook hij gaf aan dat vrede en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn. Hij haalde aan dat er getracht wordt om landen te destabiliseren en dat terroristen de grenzen van Europa bereiken en dat het daarom van belang is dat de eenheid in de Europese Unie (EU) wordt. Benschop zei dat hij dit keer niet zal stilstaan bij de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, maar belichtte een aspect van de naoorlogse periode. Hij zei dat na de oorlog de Marshallhulp werd aangeboden aan de landen die door dit geweld waren getroffen en nagenoeg getransformeerd waren in een grote puinhoop. Benschop hield de aanwezigen voor dat er heden ten dage veel van deze landen economische machten zijn geworden, zoals Nederland en Duitsland. Echter moeten mensen zich volgens hem niet vergissen en denken dat het alleen komt door de Marshallhulp, maar dat zonder inzet, motivatie, mentaliteit en arbeidsethos, deze landen nooit hun huidige niveau hadden bereikt. Tot slot zei hij dat ons land geen verwoestende oorlog heeft gekend en met nauwelijks een half miljoen inwoners rijk is aan natuurlijke hulpbronnen en gevrijwaard is van natuurrampen, dus in feite alles in huis heeft om van Suriname ook een economisch succesverhaal te maken.

More
articles