We zijn afhankelijk van de regering, niet de wereldmarktprijs

Assembleelid Mahinder Jogi (VHP) benadrukt dat de brandstofprijzen die in Suriname gehanteerd worden niet afhankelijk zijn van de wereldmarktprijs, maar bepaald worden door de regering. Dit zegt Jogi desgevraagd over de uitspraken van de pas aangetreden minister van Handel, Industrie en Toerisme (HI&T) Ferdinand Welzijn, die het tegenovergestelde zegt. “De minister is in de war en is niet consequent in zijn redenering. Hij weet dat de overheid enorme winsten maakt op brandstof”, aldus Jogi. Dat de laatste verhoging werd ingetrokken komt volgens hem, omdat de regering beseft dat zij niets meer uit het volk kan halen.

Volgens de VHP’er is het altijd zo geweest dat de oliemaatschappijen bij elke nieuwe lading de olieprijs steeds aanpassen. Echter geschiedde dat altijd met 5 cent of meer, maar wat er nu gebeurt, is dat dit met SRD’s omhoog gaat. Als de prijs daadwerkelijk bepaald zou worden aan de hand van de wereldmarktprijs, dan zou de prijs niet veel duurder zijn dan SRD 4. “Met wat wij nu betalen, maakt de regering meer dan 100 procent winst op brandstof.” Hij vindt dat de minister met verdraaide woorden de boodschap probeert over te brengen aan de samenleving.

Welzijn zei aan de media dat wanneer de pompprijs afhankelijk is van de wereldmarktprijs, de consument er steeds voordeel uit zal halen. Jogi kan zich niet voorstellen dat de minister zo een uitspraak doet, terwijl de samenleving er juist armer van wordt. “De regering had beloofd dat onze eigen olie goedkoper zou zijn. Nu blijkt dat onze olie hetzelfde is als de geïmporteerde olie.” Volgens het assembleelid heeft de regering haar belofte weer niet waargemaakt.

door Kimberley Fräser

 

More
articles