WAKAMAN POLITIEK

Op 25 november j.l. verwisselde Fidel Castro, oud-president van Cuba en leider van de Cubaanse revolutie, het tijdelijke voor het eeuwige. Castro, die strijd voerde tegen de Cubaanse dictator Fulgencio Batista, kwam aan de macht op het Caribische eiland na een bloedige strijd. De strijd van Castro tegen het regiem van Batista, begon in juli 1953 vanuit het oerwoud op het eiland en op 1 januari 1959, slaagde Castro erin Batista te verdrijven en de macht te grijpen. Aanvankelijk profileerde Castro zich niet als communist, maar nog geen zes later werd de Communistische Partij op Cuba opgericht en veranderde de politieke situatie op het eiland drastisch. Ondertussen hadden heel wat Cubanen hun toevlucht gezocht in de Verenigde Staten, voornamelijk in Miami, Florida. Castro en zijn revolutionaire garde regeerden vervolgens met ijzeren hand en honderden vermeende en openlijke tegenstanders werden vermoord. Ernesto Che Guevara gaf maar al te vaak opdracht tot het executeren van personen die tegen de communistische revolutie waren. In de jaren vijftig , zestig en ook veel later, woedde de Koude Oorlog en werd Cuba al snel een vazal van de Sovjet-Unie, hetgeen op een gegeven moment tot de Cuba crisis leidde en het gevaar van een kernoorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie dreigde. Gelukkig werd door goed diplomatiek ingrijpen en concessies vanwege de beide grootmachten de crisis bezworen. Castro bleef echter een voorhoederol vervullen als goede vazal van de Russen door de revolutie te helpen verspreiden in andere delen van Midden-Amerika en Afrika. Hevige strijd volgde in Nicaragua , El Salvador, Columbia en met name de Afrikaanse landen Angola en Mozambique. In het Caribisch gebied waren de Cubanen ook al aan het wroeten geraakt en ondersteunden het regiem van Maurice Bishop en Bernard Coard op Greneda. Opeenvolgende Amerikaanse regeringen zagen het dreigende gevaar van het oprukkende communistisme en gaven overall waar dat maar kon tegengas door ondersteuning van niet-communistische overheden waartegen de rebellie werd gevoerd. Ook in Suriname streken de Russen en Cubanen na de staatsgreep van Bouterse in 1980 neer. Cuba stationeerde aan de Anton Dragtenweg een ambasssade en Cardenas werd hun hoogste diplomatieke vertegenwoordiger. Dit allemaal tot groot genoegen van een behoorlijk aantal salon communisten die zich had verzameld in de Palu, de volkspartij van Lie Pauw Sam. De Cubaanse aanwezigheid veroorzaakte ook grote ongerustheid bij het Westen en met name de Verenigde Staten van Amerika en onze grote en krachtige zuiderbuur Brazilië. De decembermoorden na een macaber advies van Maurice Bishop in het laatste kwartaal van het jaar 1982, deed veel bellen rinkelen in Washington, Brasilia en Den Haag. Het communisme en de manier van afrekenen met politieke tegenstanders had naar de mening van het Westen ook in Suriname zijn intrede op zeer nadrukkelijke wijze gedaan. Inlichtingendiensten draaiden dan ook op volle toeren en daar moest verandering in gebracht worden. Na de paleisrevolutie op Greneda en de moord op onder meer Maurice Bishop, een van de leiders van de zogenaamde Grenadiaanse revolutie, gaf president Reagan opdracht tot de invasie van Greneda. Daar schrokken de zogenaamde Surinaamse revolutionairen erg van, zij begrepen dat een dergelijke ingreep in Suriname ook zeer goed mogelijk was. Het plotselinge onaangekondigde bezoek van de Braziliaanse brigadegeneraal Danilo Venturini aan ons land, veranderde binnen enkele dagen de politieke situatie drastisch. Venturini kreeg opdracht van de Braziliaanse president João Baptista Figueiredo om naar Suriname te reizen en Bouterse een aanbod te doen dat hij zeker niet zou kunnen afwijzen. Venturini landde op de JAP-luchthaven in een boeing 737 van de Braziliaanse luchtmacht en werd met een voertuig van de ambassade regelrecht naar het kantoor van Bouterse gereden.

Daar maakte de Braziliaanse opperofficier Bouterse duidelijk dat Brasilia het vertrek van alle Cubanen binnen enkele dagen eiste, anders zouden de consequenties voor hem niet te overzien zijn. Brasilia en zijn president duldden op geen enkele wijze communistische regiems onder aansturing van Castro en zijn revolutionairen aan de grens. Kort na het bezoek van Venturini, kwam Bouterse op de televisie en kondigde het vertrek van de gehele Cubaanse diplomatieke missie aan. De ambassadeur Cardenas van Cuba toog naar Bouterse en stak zijn woede niet onder stoelen of banken. Ingewijden wisten in die tijd te vertellen dat Cardenas Bouterse allerlei verwensingen naar het hoofd slingerde. Op Cuba reageerde de leiding van de communistische partij met verbijstering op de uitwijzing van Bouterse na de Braziliaanse drukstelling, Castro zou Bouterse toen niet als revolutionair hebben neergezet en stelde dat de man niet meer was dan een ordinaire couppleger zonder een ideologische achtergrond en of visie. De Brazilianen kwamen vervolgens in met een kredietlijn en wapenleveranties. Ook konden Surinaamse militairen voortaan aan Braziliaanse militaire instituten studeren. Bij de links radicalen was de teleurstelling niet te beschrijven nadat de Cubanen waren uitgezet. Een aantal distantieerde zich dan ook van Bouterse. De diplomatieke breuk met de Cubanen bleef lang in stand en werd pas tijdens de regering Venetiaan wederom hersteld.

Nadat Bouterse in 2010 weer aan de macht kwam, ging men uit puur politiek opportunisme wederom de banden met Havana verder verstevigen. Kan eigenlijk niet anders, want als men je in de Westerse kapitalistische wereld al decennia geleden heeft uitgekotst, dan zijn er niet al te veel uitwegen om je toch nog politiek bevredigd te voelen en niet helemaal een outcast te zijn. De Cubanan die ook niet overal geliefd zijn, grijpen dan ook elke kans aan om vrienden te maken. Castro is overleden en er zijn natuurlijk op deze wereld mensen die de man als groot visionair wensen neer te zetten en de keerzijde van de Cubaanse revolutie opzettelijk verzwijgen. Castro heeft een aantal goede zaken voor het Cubaanse volk gedaan, maar heeft ook als despoot op het eiland geregeerd. De man en zijn revolutionaire pajongwaaiers leefden in grote weelde en hebben zich decennialang staande weten te houden door enorme onderdrukking van het Cubaanse volk. De Cubaanse gevangenissen zijn in al de jaren van Castro’s regiem vol geweest van politieke gevangenen. Het communisme is overal ter wereld op zijn retour, alleen mensen die krampachtig wensen vast te houden aan een mislukt ideologisch experiment, blijven geloven in ondemocratische middelen ter handhaving van hun machtspositie. Na de dood van Castro, heeft de NDP een herdenkingsdienst gehouden voor de Cubaanse revolutionaire leider die zeker een duidelijke politieke visie had en als ideoloog kon worden neergezet. De coupplegers die vanaf 25 februari 1980 een zeer zwalkend politiek beleid hebben gevoerd, kunnen we zeker niet vergelijken met een Castro die consequent na 1965 één lijn heeft gevolgd. De coupleider in dit land heeft daarentegen ruim drie decennia een zwalkend politiek beleid gevoerd waarbij het voor hem slechts van belang was politiek te overleven en uit handen van de justitie te blijven. Dat heeft niets met een politieke visie of ideologie te maken, maar veel eerder met puur opportunisme en zelfbehoud. Overigens is het zo dat de herdenkingsbijeenkomst van de NDP voor de overleden Cubaanse leider een grote flop geworden is. De beelden van de bijeenkomst op social media spreken boekdelen en geven aan hoeveel affiniteit de Surinaamse gemeenschap heeft of heeft gehad met een figuur als Castro. Ook geeft het aan hoeveel enthousiasme er nog is bij de achterban van de NDP om naar de daar verkondigde quatsch te komen luisteren.

More
articles