NEWMONT IS NIET VOLDOENDE

Gisteren is officieel de Merian goudmijn in Oost-Suriname in gebruik genomen en de Amerikaanse maatschappij Newmont is vast van plan goed gebruik te maken van de mogelijkheid om enorme hoeveelheden goud te winnen. Zoals bekend, heeft Staatsolie N.V. een 25 procent aandeel in de opbrengsten uit de operaties. Hoe het ook zij, Newmont moet haar investering van zeker 900 miljoen in de komende maanden terugverdienen en zal daarna een aanzienlijke bijdrage aan de Surinaamse staat kunnen leveren. We moeten niet meteen denken, dat nu de mijnoperaties van Newmont zijn gestart, we binnen de kortste keren uit onze financiële problemen zullen zijn en dat de deviezen met vloedgolven in de staatskas zullen vloeien. Suriname zal de inkomsten van Newmont deels moeten aanwenden om zijn enorme schulden in Amerikaanse dollars terug te betalen. Het deviezenvraagstuk van dit land zal dus de komende jaren niet opgelost zijn. Er zijn mensen die nu reeds met een wrange smaak in de mond kijken naar de bauxietsector en die als afgeschreven voor ons land beschouwen. Die houding is naar onze mening volkomen onterecht en onverstandig, omdat Suriname nog over enorme bauxietvoorraden beschikt die ook een significante bijdrage zouden kunnen leveren bij de verdere ontwikkeling van ons land. De Suralco heeft haar activiteiten in ons land gestaakt, niet omdat ze zo dolgraag weg wilde, maar simpel wegens het feit dat de internationale prijs voor aluminium zo gekelderd is dat het momenteel niet interessant is door te gaan met de bauxietwinning en raffinage in ons land. De concurrentie van met name China op de wereldmarkt, heeft gemaakt dat de Alcoa, de moedermaatschappij van de Suralco, niet langer rendabel kon functioneren. De Chinezen hebben de laatste jaren hun aluminiumfabrieken naar kustgebieden in China verhuisd om sneller en met lagere transportkosten te kunnen werken en de productiekosten ook te verlagen. Hierdoor verbeterde hun productiekosten aanmerkelijk en troefden ze de Amerikanen, met name Alcoa af. Suralco produceerde hierdoor te hoog en dus ging de tent dicht. Suralco heeft nog steeds concessiegebieden in ons land en heeft nog niet te kennen gegeven helemaal uit Suriname te willen vertrekken. De Surinaamse overheid mag er dan ook niet vanuit gaan dat het hoofdstuk Alcoa –Suralco helemaal omgeslagen moet worden en tot het verleden behoort. De Suralco heeft in bijna honderd jaar een wezenlijke bijdrage geleverd aan Suriname en zou ook in de nabije toekomst nog een voorname rol van betekenis binnen onze economie en deviezeninkomsten kunnen spelen. Het is daarom van levensgroot belang dat de Surinaamse overheid wederom rond de tafel gaat zitten met de Amerikaanse multinational om te bezien of men wederom tot een goede en werkbare samenwerking kan komen. Een samenwerking die moet resulteren in hervatting van de activiteiten van de Suralco in met name Nassau en in een later stadium Bakhuys. Suriname ligt geografisch voor de Amerikanen heel erg gunstig en kan nog altijd een belangrijke bijdrage leveren. Indien de nieuwe Amerikaanse regering onder leiding van Trump de Amerikaanse industrie daadwerkelijk beter wil gaan beschermen en de aluminiumbedrijven daardoor een opleving ondergaan, kan Suriname voor wat betreft de bauxietindustrie weer helemaal in de lift komen. Lokale zakenlui en politici moeten daarom geen neerslachtige houding meer aannemen als het om dit deel van de mijnbouwindustrie gaat. De Suralco heeft haar objecten in ons land nog steeds behouden en dat is voor ons een teken aan de wand.

More
articles