RECESSIE?

De afgelopen dinsdag werden Desiré Delano Bouterse en Ashwin Adhin in De Nationale Assemblee gekozen tot respectievelijk president en vicepresident van Suriname. Bouterse begint hiermede aan zijn tweede ambtstermijn en Adhin vervangt met zijn aanstelling zijn voorganger Robert Ameerali. Kort na de verkiezing van het staatshoofd en zijn onmiddellijke vervanger, richtten de beide hooggeplaatsten zich tot de aanwezigen. De rode draad die liep door de uiteenzetting van zowel president als vicepresident, had te maken met de voorspelling dat we slechte tijden tegemoet gaan. Een recessie werd ons in het vooruitzicht gesteld. Beide heren traden niet in details, maar stelden wel dat de op komst zijnde recessie gezien moet worden als een koppeling van hetgeen zich in het buitenland aan neergang voordoet.

Velen weten niet wat het woord recessie inhoudt, dus is het van belang dat we de lezer de definitie van dit woord voorhouden. Volgens het `Groot woordenboek der Nederlandse taal Van Dale’ betekent `recessie’ het volgende: In economische zin teruggang in de conjunctuur, in het bedrijfsleven: een recessie wordt officieel gedefinieerd als twee achtereenvolgende kwartalen van negatieve groei; economische recessie. Tot zover de uitleg van Van Dale. Wij denken dat de president en vicepresident het volk niet precies vertellen wat er aan de hand is. Ook moet gelijk gesteld worden dat de gewone burger niet veel begrijpt van wat hem of haar te wachten staat. Nog minder is men geholpen met het gebruik van vaktermen die veelal door economen gebruikt worden en voor de gewone man als Grieks overkomen.

De president en zijn regering proberen de financiële problemen die ze thans hebben en niet goed weten op te lossen, te koppelen aan een recessie die zeker vanaf 2009 in het rijke westen van negatieve invloed is geweest. Een recessie die het gevolg is geweest van een kredietcrisis die zwaar werd gevoeld in de VS en daarna ook overwaaide naar West-Europa. Thans zijn er zes jaar voorbij en het is voor velen duidelijk dat de Amerikaanse economie weer goed herstelt en dat ook binnen de Europese Unie op het lidland Griekenland na, de zaak goed herstellende is. De Amerikaanse economie is zelfs zo sterk dat we vrijwel dagelijks zien dat de dollar ten opzichte van de euro sterker wordt. De grootste ellende die in het rijke westen plaatsvond, is vrijwel voorbij en er is heel duidelijk sprake van groei.

Dat de NDP-topfiguren thans proberen de financiële tekorten en daaruit voortvloeiende misère te koppelen aan hetgeen zich in het rijke westen heeft voorgedaan, is ronduit misleiding van het Surinaamse volk en vooral van de mensen die op de NDP hebben gestemd en vertrouwen in de partij hebben gesteld voor de komende 5 jaar. Eerlijkheidshalve moet gesteld worden dat de prijs voor een vat aardolie in het afgelopen jaar met zeker 50 procent is gekelderd en dat daarom Staatsolie met zeker 50 procent minder inkomsten is komen te zitten. De goudprijs is ook aanmerkelijk gedaald, maar die is niet in de afgelopen maanden drastisch gezakt. De goudprijs is al langer dan twee jaar geleden in elkaar gedonderd. Geen wonder dat Iamgold ook in ons land op de rem heeft getrapt en investeringen heeft uitgesteld en bezuinigingen doorgevoerd. Met de bauxietindustrie zat het al vanaf 2008 goed fout en werd de productie met een bepaalde regelmaat teruggeschroefd.

Dat het land in de afgelopen 7 jaar steeds meer te maken kreeg met een afname in de exportopbrengsten, staat als een paal boven water. Reeds bij het aantreden van de regering Bouterse in augustus 2010, was het duidelijk dat het met de bauxietindustrie bergafwaarts ging. BHP-Billiton had toen reeds aangegeven te vertrekken en het was toen glashelder dat Suralco, gezien de lage prijs voor aluinaarde op de wereldmarkt, niet warm zou lopen voor hoge investeringen in met name Bakhuys. Nog enige tijd liep de maatschappij rond met het idee te starten in Nassau, maar de investeringen om het erts daar weg te halen, waren gewoon te zwaar en niet rendabel. Dus ook toen waren de vooruitzichten in deze sector alles behalve positief.

De regering Bouterse heeft zich vanaf augustus 2010 rijk zitten rekenen en dacht dat de bodem van de geldpot van de Staat nog lang niet in zicht zou zijn en men startte gelijk met het spenderen ware het een stel dronken zeelieden. Men dacht niet na over de inkomsten van Staat en hoe die allemaal naar binnen zouden komen en gaf gelijk FISO II vrij, hetgeen een enorme aderlating betrof binnen de overheidsbestedingen. Men staarde zich op een onverantwoordelijke wijze blind op de inkomsten uit de oliesector en dacht met het verhogen van een government take en devaluatie van de SRD van 2.80,- naar 3.35,- de zaak redelijk op spoor te hebben en te kunnen houden. Men bleef maar de big spender spelen en hield in den beginne helemaal geen rekening met een drastische daling van de goudprijs per ounce op de internationale markt. De recessie als gevolg van de kredietcrisis was toen gaande in de VS en Europa en de vraag naar goud was sterk, omdat men het vertrouwen in de dollar was kwijtgeraakt.

De NDP-regering van Bouterse bleef zich rijk rekenen en verwachtte niet dat midden in haar regeertermijn de goudprijs plotseling zou vallen, omdat de dollar weer behoorlijk aangetrokken was. De Amerikaanse economie raakte uit het slop en de vraag naar goud nam af. Hierdoor kelderde de goudprijs aanmerkelijk en namen de inkomsten van de Staat uit deze sector ook gelijk aanmerkelijk af. Vraag en aanbod werkte hier dus overduidelijk negatief voor de Surinaamse Staat. Door kortzichtigheid bij de monetaire en financiële autoriteiten had men nimmer gedacht aan een noodfonds waar de meer inkomsten uit de goud- en aardoliesector in waren opgeslagen. Een appeltje voor de dorst, zou men in goed Nederlands zeggen.

De regering Bouterse ging maar door met verspillen van belastingpenningen. We denken daarbij aan met name Carifesta voor een bedrag van 34 miljoen SRD en het opstarten van een naschoolse zorg zonder daarvoor vooraf goede berekeningen te maken. Populisme voerde en voert nog steeds de boventoon en heeft gemaakt dat men thans zwaar op zwart zaad zit. De maandelijkse inkomsten van de Staat namen steeds verder af en instede op de rem te gaan staan en zwaar te bezuinigen, ging men door met het financieren van zaken die niet relevant waren. Verkeerde prioriteiten werden voortdurend gesteld en zo geraakte men steeds verder in de problemen. Thans is de zaak zo ernstig dat men van een recessie spreekt en die tracht men ook nog te koppelen aan een neergaande conjunctuur in het buitenland, terwijl daar eigenlijk al zeker twee jaar niet echt meer sprake van is.

Dat men thans minder aan aardolie en goud verdient, is waar. Maar dit gegeven was in het geval van goud al langer dan twee jaar bekend en voor wat aardolie betreft al ruim een jaar. Men zal proberen de bevolking van alles en nog wat duidelijk te maken, wij zijn echter gezien de opgedane ervaring in de afgelopen 5 jaar, niet te overtuigen van een verhaal over recessie in verbinding met zaken die in het buitenland manifest zouden zijn. Men heeft ernstig met staatsmiddelen gestrooid en die middelen zijn thans behoorlijk opgedroogd. De paniek zit er nu behoorlijk in bij de machthebbers en men tracht door het betrekken van tal van maatschappelijke groeperingen bij de bestaande problemen, de verantwoordelijkheid voor de zelf gecreëerde rommel te spreiden. De monetaire autoriteiten proberen tot op dit moment de rust erin te houden door ons niet het juiste plaatje voor te houden. Feit is wel dat men recentelijk de buitenlandse schuld heeft vermeerderd en hierdoor ontstaat bij ons de indruk dat men geld heeft binnengehaald om weer aan de binnenlandse verplichtingen voor een korte periode te kunnen voldoen.

More
articles