Monetaire reserves in diepe vrije val

De monetaire reserves van Suriname blijken dit jaar in een extra diepe vrije val te zijn beland. Waren deze reserves per ultimo februari gekelderd onder het kritieke punt US$ 600 miljoen, naar US$ 579 miljoen, per ultimo maart is er nog slechts US$ 496 miljoen in de pot. Dit komt naar voren uit de gisteren geactualiseerde data op de website van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). De governor van de CBvS, Gilmore Hoefdraad, had tijdens de nieuwjaarsreceptie van de moederbank zelf aangeven, dat als de internationale reserves van Suriname onder de US$ 600 miljoen zouden duiken, er bij de CBvS reden zou zijn tot ernstige bezorgdheid. Voorts is het eveneens  zorgwekkend gesteld met de importdekking, die ruim onder de drie maanden is, en ultimo februari al op 2,8 maanden werd geschat.  Het is internationaal gangbaar om voldoende monetaire reserves te hebben om drie maanden importen te kunnen dekken. Deskundigen hebben eerder de moederbank met betrekking tot de gewenste omvang van deze monetaire spaarpot, zelfs geadviseerd de norm van voormalig CBvS-governor André Telting, inhoudende een importdekking van zes maanden, inplaats van drie maanden, te hanteren. De US$ 495,5 miljoen aan huidige monetaire reserves is,  blijkens CBvS-data opgebouwd uit: US$ 324 miljoen Foreign currency reserves, US$ 8,4 miljoen IMF reserve position, US$ 112,1 miljoen aan SRD’s, en US$ 51 miljoen Gold (including gold deposits and, if appropriate, gold swapped). De monetaire reserves worden sowieso al geruime tijd door economen en politici nauwlettend in de gaten gehouden, daar die reserves in vrij korte tijd zijn gekelderd van circa  U$ 1 miljard naar onder de US$ 600 miljoen. Het is evident dat de monetaire reserves zwaar onder druk staan en dat er een dalende trend waarneembaar is, omdat er regelmatig op de valutamarkt geïntervenieerd moet worden door de moederbank. Het is algemeen bekend dat er een laag aanbod van Amerikaanse dollars is, wat te verklaren is door de heersende schaarste en grotere vraag bij handelaren, de prangende onzekerheid die er heerst en het verkwistend beleid van de regering. De valuta-interventies van de moederbank, die in 2013 op gang zijn gekomen, zijn sinds die periode voortgezet. Mede als gevolg van deze valuta-interventies, kon Suriname op tijd aan zijn betalingsverplichtingen voldoen, echter hebben deze interventies een nadelig effect op de omvang van de monetaire reserves gehad. Het saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans is in 2014 daarenboven verder verslechterd tot US$  -386 miljoen (2013: US$ -198 miljoen). Dat kwam mede door een aanzienlijke terugval in de exportwaarde van goederen en diensten. De ontwikkeling van de betalingsbalans had eveneens een duidelijk effect op de omvang van de internationale reserves.

More
articles