Roetfilters in dieselwagens

Dieselwagens stoten veel meer schadelijke stoffen uit dan wagens die op benzine of lpg rijden. Door een onvolledige verbranding van dieselbrandstof ontstaan roetdeeltjes en fijne stofdeeltjes. De uitstoot van deze stoffen is zeer schadelijk voor onze gezondheid.

WAT IS EEN ROETFILTER?
Fijne roetdeeltjes zijn kleiner dan een duizendste millimeter en kunnen daardoor diep doordringen tot in onze longen en zich vastzetten op de longblaasjes. Op korte termijn kan dit acute ademhalingsproblemen tot gevolg hebben, of een verminderde longfunctie, chronische bronchitis of astma. Op lange termijn kan dit nog zwaardere gevolgen hebben: chronische longaandoeningen, problemen met hart en bloedvaten, verhoogde risico’s op kanker…
Gelukkig kunnen de roet- en fijne stofdeeltjes eenvoudig verwijderd worden met behulp van een partikelfilter, die ook wel een roetfilter genoemd wordt. Deze filter wordt gemonteerd in de uitlaat van dieselwagens en lost de schadelijke stofdeeltjes op die zich bevinden in de uitlaatgassen van de dieselmotoren. Wanneer correct gemonteerd, heeft de filter geen invloed op de prestaties van uw motor. Er zijn verschillende soorten roetfilters. In nieuwe dieselwagens wordt een nieuwe generatie roetfilter standaard voorzien, die meer dan 90% van het fijn stof tegenhoudt. In oudere dieselwagens wordt een eerste generatieroetfilter geplaatst, die 30 tot 70% van het fijn stof kan tegenhouden. De roetfilter wordt dan zo dicht mogelijk bij de motor in het uitlaatsysteem gemonteerd.

HOE WERKT DE ROETFILTER?
De poreuze wand zorgt ervoor dat de uitlaatgassen doorgelaten worden en de roetdeeltjes tegengehouden worden. De allerkleinste deeltjes worden tegengehouden doordat zij vastkleven aan het filtermateriaal. Alle deeltjes verzamelen zich in de filter waar de roetfilter ze opslaat. Na 600 tot 1000 km. is de filter verzadigd en vindt er een regeneratie plaats. Dit betekent dat de opgeslagen roetdelen verbrand worden bij een temperatuur van ongeveer 650 graden. Tijdens langere autoritten op de autosnelweg vindt een regeneratie regelmatig en automatisch plaats. Bij kortere afstanden ontstaat een probleem, want de dieselmotor krijgt te weinig tijd om voldoende op te warmen waardoor de brandstof niet optimaal verbrand wordt en er meer roetdeeltjes uitgestoten worden. Dit zorgt er dan voor dat de roetfilter sneller verzadigd geraakt. Maar ook de roetfilter kan geen voldoende hoge temperatuur bereiken, waardoor de regeneratie niet opgestart kan worden.
Het gevolg is dat bij korte ritten, de roetfilter verstopt raakt en het motorvermogen kan afnemen. Bij een gesloten roetfilter kan de boordcomputer in zo’n geval zelfs een foutmelding geven en u laten weten dat u naar de garage moet voor herstelling. De monteur moet dan de roetfilter leegmaken door een regeneratie te forceren. Het nadeel hierbij is dat een geforceerde regeneratie kan leiden tot een beschadiging van de roetfilter, zeker wanneer dit herhaaldelijk of laattijdig uitgevoerd wordt. Sowieso wordt de levensduur van uw roetfilter hierdoor verkort. Bij een open roetfilter zal de filter niet verstoppen, want het roet en het stof kunnen nog weg. De filter zal het stof uiteraard niet meer opvangen. Dieselwagens die vooral voor korte verplaatsingen gebruikt worden, zijn extra vatbaar voor dit probleem, met de onvermijdelijke onderhoudskosten tot gevolg.

More
articles